Direct naar de contentDirect naar de footer

DIERENTUIN ARTIS

In Artis komen natuur, cultuur en erfgoed samen. Elke boom, elk dier, elk gebouw, elke microbe, elke planeet vertelt een eigen verhaal. De verhalen van Artis bestaan al sinds 1838. En worden elke dag opnieuw geboren. Ervaar het zelf.

KOM NAAR ARTIS IN HARTJE AMSTERDAM.

Laat je verrassen door de vele diersoorten die met en tussen elkaar leven in het Apenhuis en Vogelhuis. Ontdek de allerkleinste organismen in Micropia , het eerste microbenmuseum ter wereld. Reis door de ruimte in het Planetarium. Bekijk de giraffen samen met zebra’s, struisvogels en springbokken op de Savanne. Omring je door honderden fladderende vlinders in het Vlinderpaviljoen. Bewonder de tropische vissen in het monumentale Aquarium. Wandel door het historische stadspark met zijn eeuwenoude bomen en vele planten.

ARTIS is in 1838 opgericht onder de naam Natura Artis Magistra door de heren Westerman, Werlemann en Wijsmuller, met als doel "Het bevorderen van de kennis der Natuurlijke Historie".

De meeste Europese dierentuinen waren tot dan toe privébezit, maar in navolging van de London Zoo (1828) wilde ook ARTIS algemeen toegankelijk zijn voor de gegoede burgerij. ARTIS is begonnen op het terrein rondom de huidige Kinderboerderij, toen het Buiten Middenhof geheten.

Vroege historie

De eerste collectie was niet erg opzienbarend - een paar papegaaien, aapjes en een Surinaamse boskat - maar een jaar later kon het hele "reizende beestenspul" van C. van Aken worden overgenomen. Een dierenstoet met aan het hoofd de grote olifant Jack, vergezeld van onder andere leeuwen, een panter, een tijger, een poema, hyena's, ijsberen, bruine beren, een zebra, een gnoe, een kangoeroe, en zelfs een boa constrictor van meer dan vijf meter lang. In één klap was ARTIS een echte dierentuin geworden.

ARTIS in de 19de eeuw

In de eerste veertig jaren van haar bestaan - van 1838 tot circa 1878 - kon ARTIS kaveltje voor kaveltje uitbreiden tot een oppervlakte van ruim 10 hectare en breidde de diercollectie langzaam uit. Daarnaast groeide de verzameling van "dode voorwerpen," waarvoor in 1850-1855 een indrukwekkend museum werd gebouwd, het Groote Museum .

Veel van de ARTIS-leden zaten op de Grote Vaart of hadden anderszins met Oost- en West-Indië te maken, zodat zowel dieren als fraaie uitheemse voorwerpen meer dan dagelijks aan de collectie van het Genootschap Natura Artis Magistra werden toegevoegd. Een heel Etnografisch Museum, het huidige gebouw de Volharding, stond er rond 1900 vol mee, en in het park vindt de bezoeker nu nog de twee levensgrote 18de-eeuwse boeddhabeelden die Kapitein M.J.B. Noordhoek Hegt uit Japan voor ARTIS meenam.

Steeds meer musea waren nodig om bijvoorbeeld ook de geologische en paleontologische schenkingen een goede plaats te geven. Rond 1900 waren er tien museumruimtes in ARTIS te vinden. Ook de Artis Bibliotheek werd voortdurend met prachtige en ook antiquarische aanwinsten verrijkt.